Een taal leren is nagenoeg altijd een intensieve ervaring. Het kost veel moeite en tijd, maar je krijgt er uiteraard enorm veel voor terug. Ook al beheers je de taal volledig, als het niet je moedertaal is, is een foutje snel gemaakt. Door dit artikel ken je de meest gemaakte fouten door Nederlandssprekenden in de Franse taal. Zo maak jij ze in ieder geval niet meer.
Zinsopbouw
Als je een taal leert, ben je vaak geneigd om gelijkenissen te zoeken met de taal die je al spreekt. Die moet je in ieder geval niet zoeken in de zinsopbouw. In Frankrijk doen ze dit namelijk nét even iets anders. Neem bijvoorbeeld vragende zinnen. In Nederland verandert de volgorde van woorden vaak als de zin vragend wordt. Neem bijvoorbeeld ‘Ik speel een spel.’ Maak je dit vragend, dan zal de persoonsvorm een andere plaats krijgen: ‘Speel ik een spel?’ In het Frans is dit niet zo en kan je vaak de volgorde van de bevestigende zin aanhouden en er een vraagteken achter plaatsen: ‘Je joueun jeu’ en ‘Je joueun jeu?’. Ook het plaatsen van bijvoeglijke naamwoorden werkt anders in de Franse taal. In Nederland plaatsen we dit namelijk voor het zelfstandig naamwoord, maar in Frankrijk doen ze dit erachter. Denk bijvoorbeeld aan ‘het leuke spel. Dat is in het Frans ‘le jeu amusant’. De zinsopbouw vergt dus enige aandacht en kennis van de taal.
Woordgeslacht
Een hoofdpijndossier voor veel leerlingen op de middelbare school: het woordgeslacht. Dit heeft er voornamelijk mee te maken dat het woordgeslacht in de Nederlandse taal niet zo’n prominente rol speelt. In tegenstelling tot het Frans, waar het geslacht van het woord wel degelijk uitmaakt voor de grammatica van een zin. Zo maakt het bijvoorbeeld uit bij bijvoeglijke naamwoorden of lidwoorden. Het leren ervan is platgezegd stampwerk. Fouten zullen dus, zéker aan het begin, ongetwijfeld gemaakt worden.
Vousvoyeren of tutoyeren?
Waar het in Nederland al vrij snel gebruikelijk is om elkaar aan te spreken met ‘je’ of ‘jij’, houden Fransen over het algemeen wat langer vast aan het vousvoyeren, ofwel het aanspreken met ‘u’. Ook buiten de formele sferen, bijvoorbeeld in de winkel of op straat. Als je dit van tevoren weet, voorkom je natuurlijk wat scheve gezichten.
Zo zijn er nog tal van andere valkuilen en noemenswaardigheden over de Franse taal. Mocht je van plan zijn om de taal te leren en zoveel mogelijk van deze fouten te vermijden? Dan is een cursus Fransofzakelijk Franszeker de moeite waard.
|
https://www.babel.nl/cursusoverzicht/frans/ |